Pijnmanagement

Visie van het ziekenhuis

Pijn is in de eerste plaats een onaangenaam en storend gevoel. Het kan een belangrijke weerslag hebben op uw functioneren en gemoed. Daarnaast is pijn heel individu-afhankelijk.

Er wordt altijd vertrokken vanuit de volgende stelling:

Pijn is wat de patiënt zegt dat het is en treedt op wanneer hij zegt dat het optreedt. Pijn is gelokaliseerd daar waar de patiënt het zegt en is zo intens als hij zegt” (Mc Caffery, 1979).

Het is echter niet altijd eenvoudig om dit in de praktijk te zetten. Pijn is immers meer dan enkel een gevoel. Er kan pijn aanwezig zijn zonder dat er sprake is van een (aantoonbaar) lichamelijk letsel. Wanneer psychische en/of sociale factoren invloed hebben op de pijn, wil dit niet zeggen dat de pijn daarom ‘niet echt’ is of de ‘echte’ pijn minder is. Pijn is wat de patiënt zegt dat het is.

Om een uniforme pijnbehandeling  te bekomen, is een team aanwezig dat zich specifiek bezig houdt met pijnbehandeling, het algologisch team. Dit team richt zich op de coördinatie van de pijnbehandeling overkoepelend over de verschillende afdelingen heen.

Soorten pijn

ACUTE PIJN heeft een alarmfunctie en ontstaat wanneer zenuwuiteinden geprikkeld worden. Meestal is er een aanwijsbare oorzaak: een verwonding, een kneuzing, een operatie, een ontsteking... 
Het lichaam reageert hier op door een signaal te geven aan de hersenen via het centrale zenuwstelsel. Wanneer de oorzaak wordt aangepakt, verdwijnt de pijn meestal snel. 
Als deze pijn langer duurt dan normaal verwacht (> 6 maanden), is er sprake van chronische pijn. 

CHRONISCHE PIJN heeft geen alarmfunctie meer. 
Het heeft een erg negatieve invloed op het dagelijks functioneren. Het symptoom pijn is hier een op zichzelf bestaand syndroom geworden. Het is dan ook vaak niet duidelijk waarom zenuwen pijnprikkels afvuren en waarom de patiënt pijn ervaart. Vaak is er voordien een episode van acute pijn geweest, is de oorzaak weggenomen, maar de pijn gebleven. 
Het is geen symptoom, maar een aandoening op zich die een specifieke behandeling vergt. Het is dan ook belangrijk dat acute pijn adequaat behandeld wordt om te voorkomen dat chronische pijn ontstaat.
 

Complicaties door pijn

Pijn is hoogst onaangenaam en verdient daarom op zich reeds een adequate behandeling. 
Daarnaast bevordert een goede pijnbestrijding uw herstel en verkleint de kans op complicaties. Zo kan pijn de ademhaling of het hoesten belemmeren en tot complicaties t.h.v. de longen leiden. Indien de pijn de eetlust wegneemt, verzwakt dit uw globale lichaam en bemoeilijkt het uw herstel. Indien u minder mobiel bent door de pijn, kan dit leiden tot een bloedklonter in één van de ledematen of zelfs t.h.v. de longen. 
Daarenboven heeft pijn uiteraard ook een belangrijke impact op uw gemoed.
Om een goede pijncontrole te verkrijgen, moet de pijn adequaat gemeten worden en moet de pijn ook adequaat behandeld worden

Pijn meten

Om pijn goed te kunnen behandelen is het belangrijk dat er ingeschat wordt hoe ernstig de pijn is die u als patiënt ervaart. Dit dient minstens 3 maal per dag te gebeuren.

Wanneer een bijkomende behandeling werd gegeven omwille van meer uitgesproken pijn, gebeurt een extra controle na ten laatste 2u.

Dit geldt zowel voor in het ziekenhuis als voor thuis. Stel uzelf dus ook de vraag na een (dag)opname.

 

Afhankelijk van de leeftijd en de mogelijkheden van de patiënt  bestaan een aantal meetinstrumenten om pijn te bevragen en te beoordelen.

  1. Bij volwassenen worden voornamelijk de Visual Analogue Scale, VAS , waarbij men op een latje kan aanduiden waar de pijn zich bevindt en de Numeric Rating Scale, NRS waarbij een score moet gegeven worden aan de pijn,  gebruikt.

 

  1. Wanneer een patiënt niet in staat is de pijn te benoemen, zoals bij demente of verwarde patiënten, (kleine) kinderen en mensen in coma  zijn er andere pijnschalen beschikbaar.

Bij kinderen beneden de 4 jaar bv kan men letten op de gezichtsexpressie, de houding van de romp, het al dan niet rustig zijn; op basis daarvan wordt een score gegeven;

Bij al wat oudere kinderen zal men werken met een gezichtjesschaal waarbij  gezichtjes worden aangeduid van lachend naar heel sip.

Bij patiënten in coma zal men ook kijken naar het gedrag, zoals onrust, pijngrimassen op gezicht om zo een score te geven

Pijnbestrijding

•    Zowel in geval van chronische pijn als bij acute pijn kan beroep gedaan worden op het algologisch team. Dit team bestaat uit artsen, verpleegkundigen en een psychologe. Hun belangrijkste doel is om te zorgen dat elke pijn waaraan een patiënt lijdt op een adequate manier wordt behandeld.
o    Dit team zorgt voor de patiënten 
         - door een uniforme pijnmeting te handhaven volgens ziekenhuisbrede procedures
         - door advies te geven bij complexe pijnproblematieken
         - door informatie te geven via folders

o    dit team zorgt ook voor de ziekenhuismedewerkers
         - door hen werkinstrumenten en info aan te reiken volgens de nieuwste wetenschappelijke evoluties 
         - door hen te sensibiliseren voor alle aspecten van pijn: zowel de medische pijn, als de psychische pijn en de sociale context
         - door het organiseren van opleidingen: ziekenhuisbreed en nog meer specifiek naar de referentieverpleegkundigen die op elke afdeling aanwezig zijn.

Enkele voorbeelden:
•    Als u in het ziekenhuis ligt na een operatie zal de verpleegkundige op basis van uw scores al dan niet de medicatie aanpassen. Hiervoor maken ze gebruik van een bestaand postoperatief pijnprotocol. Dit protocol wordt dagelijks geherevalueerd door uw behandelend arts of door de intensivist.
•    In een aantal gevallen zal geen medicatie worden gegeven, maar zal men door u comfortabeler te leggen, door een koude- of warmte pack op de pijnlijke plaats te leggen, door massage proberen de pijn verdraagzamer te maken.

Psychologische begeleiding

Om de evolutie van acute naar chronische pijn tegen te gaan zullen de ziekenhuismedewerkers aandachtig zijn voor mogelijke risicofactoren.

Vroegtijdige herkenning kan dan zorgen dat de juiste begeleiding aangeboden wordt waardoor het risico op chroniciteit verkleint.

In deze gevallen kan begeleiding door een psycholoog belangrijk zijn. De psycholoog gaat samen met jou na wat de gevolgen van de pijnklachten zijn op jouw dagelijks leven, welke beperkingen je hierbij ondervindt en of de pijn invloed heeft op jouw stemming of lichamelijke spanning.

Samen met de psycholoog kan je leren met de pijn omgaan, kan je ‘niet helpende’ gedachten en gedragingen veranderen, kan je je activiteitenniveau opkrikken, enz.… Dit allemaal gekaderd binnen jouw levensverhaal willen we komen tot een houding waarbij je mét de pijn toch een kwaliteitsvol leven kan leiden.

Oncologische pijn

Een groot deel van de  patiënten met kanker wordt in de loop van hun ziekteproces geconfronteerd met pijn.  Deze pijn kan veroorzaakt worden door verschillende factoren. De eerste is directe weefselschade bv doorgroei van de kanker in het omliggende weefsel of een uitzaaiing in het bot. Dit geeft meestal scherpe pijn.

Daarnaast kan er pijn ontstaan door druk op organen bv bij een darmverstopping door een gezwel. Hierbij ondervindt de patiënt meestal drukkende of krampende pijn.

Bij beschadiging van het centrale of perifere zenuwstelsel kan brandende of tintelende pijn ontstaan. Dit kan zowel door een uitzaaiing als door het gezwel zelf. Dan blijft de pijn meestal in 1 gebied. Een gelijkaardig pijnsyndroom kan echter ook optreden na een behandeling met chemotherapie. Dan treedt deze pijn meestal op thv de handen of voeten.

Als eerste behandeling wordt meestal geprobeerd met  pijnstillers. Indien deze onvoldoende effect hebben, zal gekeken worden of een pijnbehandeling waarbij lokale verdoving over specifieke zenuwtakken wordt geplaatst of waarbij men  bepaalde zenuwtakjes uitschakelt , een optie is.